Deze fagne gelegen in een verboden natuurgebied zelfs met een gids (D) maakt deel uit van een uitgestrekt veencomplex (met de Kutenhard en de Imgenbroicher Venn) in het hart van het Osthertogenwald.
De dorpelingen van Mützenich genoten gebruiksrechten, vandaar de naam "Common fagne" (Allgemeines Venn) van deze licht hellende rechthoekige fagne.
De hoogte gaat van 605 tot 560 m.
Het wilde gebied is 47 ha.
De spar staat 214 ha.
Het wordt ook Fagne van Getzbach genoemd.
Een brand verwoestte het in 1911 en 1947.
Voor de Tweede Wereldoorlog waren de 3/4 westerlingen eigendom van Simmerath. Een grote rechthoek over de Trötert-site ten westen van het Farnischer Hart was eigendom van Imgenbroich.
De Konnnerzvenn en de zuidwestelijke uitgestrektheid waren eigendom van Eicherscheid.
In 1946 werd Duits bezit in beslag genomen. Ze gingen over naar de staat in 1958.
Ze werden opgenomen in het natuurreservaat in 1964.
Bron : Gids voor het Plateau des Hautes Fagnes, R. Collard en V. Bronowski, editie The Friends of Fagne
Dit kruis aan de rand van de Pilgrim’s Way werd opgericht ter nagedachtenis aan Arnold Müllenmeister, baljuw van Konzen, die stierf in 1767.