We noemen al het bestaan van de hermitage van Wachet in de 16de eeuw. De eerst genoemde kluizenaar is Claude de Habaru. De kapel dateert uit de 17de eeuw.
De Christus aan het kruis in polychroom hout op de westgevel van de kapel dateert uit de 18e eeuw.
De gebrandschilderde ramen stellen de Notre-Dame de Beauraing voor, een pieta, een Maagd en een opvoeding van de Maagd.
Een jaarlijkse processie naar de Maagd vindt plaats op 15 augustus. Er is een altaar in de open lucht.
On cite pour la première fois l’existence de l’ermitage du Wachet.
Le premier ermite connu, Claude de Habaru, quitte l’ermitage du Wachet pour l’ermitage du Bonlieu.
La chapelle est construite.
Les reliques de la Sainte-Croix et celles de Saint-Donat sont transportées à la chapelle.
Frère Dominique fait don des reliques de Saint-André.
Le Frère Macaire, Jean-Nicolas Lichtfous est le dernier ermite du Wachet.
Joseph II interdit les ermitages.
Un garde chapelle surveille l’édifice. Il est logé gratuitement en contrepartie.
La chapelle est restaurée.
Le chemin de croix est remplacé par les 14 stations en pierre de taille actuelles, dont chacune d’entre elles a été offerte par une famille du village. Elles comportent un socle quadrangulaire, un pilier et une colonne engagée surmontée d’une niche.
Le logement de l’ermite est transformé en sacristie.
La toiture et le clocher sont renouvelés.
Een kleine kapel in neogotische stijl in Franse steen, bekroond door een toren.
Volgens de populaire traditie, een van de Chiny telt, Lodewijk Il, slachtoffer van een jachtongeval of een plotselinge ziekte werd behandeld en genezen op Rouvroy pastorie.
Petite chapelle à l’orée du bois en souvenir des victimes de l’épidémie de peste de 1636. Elle fait l’objet d’un culte à la Vierge, consolatrice des affligés.
2 maisons habitées subsistent à Saint-Vi
Chapelle de style classique édifiée en 1927.
La nef unique est à 2 travées.
Le choeur est à 3 pans.
Il y a une petite sacristie sur la droite.
Le portail est de style 18è et est surmonté d’une nic
Deze neogotische kapel (1868) werd gebouwd op een groot grasveld volgens de plannen van de architect Jamot d’Arlon en de bouwer Feltus de Buzénol.
Deze kleine romaanse kapel dateert uit de 17de eeuw. Het wordt bekroond door een toren. Een klein dak boven de voordeur. Het heeft een schot in de roos met een steen die een S vormt en een nis met een beeldje van de Maagd.
Deze kapel gewijd aan Saint-Pierre is een gemeentelijk eigendom.
Het werd gebouwd in 1620 op de plaats van een kluis waarvan de laatste kluizenaar Célestin Lamotte was.
Deze kapel dateert uit de 17de eeuw.
Deze beboste massieven bieden een interessant reliëf van terrassen en een standpunt over de depressie van Musson-Halanzy.
Deze set van 14 kruisen vertegenwoordigt de verschillende stadia van het lijden van Christus. De stations zijn geschonken door lokale donateurs. Hun naam staat op de achterkant van elk station.
Deze neoromaanse kerk met drie beuken werd in 1954 na de Tweede Wereldoorlog volledig herbouwd volgens de plannen van Léon Lamy d’Arlon.
Het bestaan van deze oven wordt al in 1602 vermeld. De eigenaren waren niemand minder dan die van Pont d Oye of Epioux. Zijn activiteiten stopten in 1829.
In dit water is het mogelijk om te zwemmen. Er is ook een promenade langs het meer, een sporthal, een rustruimte met picknick en een cafetaria.
Deze badzone wordt begrensd door een met gras begroeid strand en ligt langs de Ton, in het meer van Conchibois, ten zuidwesten van het dorp Saint-Léger.