De guerrillastrijders droegen de groene baret in gebruik en zetten zo de traditie van de Ardense Chasseurs voort. Dit kamp is het enige dat na de oorlog is gerehabiliteerd en als getuige van de Maquis wordt gehandhaafd.
Twee slaapzalen, een schuilplaats voor de keuken, een kamer voor maaltijden, een kelder voor voedsel, een stenen altaar en een kleine esplanade voor het nemen van wapens met de mast waar de vlag elke dag werd gehesen, zo is het decor. Het enige dat ontbreekt, zijn tenten die bij de slaapzalen zijn opgetrokken.