Dit geklasseerde kasteel, gelegen op een rotsachtig voorgebergte in de Lhomme-vallei, was oorspronkelijk een fort uit het begin van de 11de eeuw, na rivaliteit tussen de heren van Bouillon en de heren van Mirwart.
Een fort werd gebouwd door een Lotharingische heer om zichzelf te beschermen tegen de heren van Bouillon en Orchimont.
De abt van Sint-Hubertus liet het fort ontmantelen, nadat de heren van Mirwart waren verdreven door de prins-bisschop van Luik, Henri I van Verdun, na een dispuut waarbij de monniken van Sint-Hubertus tegenover hen stonden.
Prins-bisschop Otbert liet het fort herbouwen en droeg het over aan Bovon de Waha.
Jean d’Avesnes koopt het leengoed, maar de verkoop wordt betwist door de bisschop van Luik. Hierdoor ontstaat een conflict tussen prins-bisschop Jean de Sponheim en de graven van Henegouwen, Luxemburg, Namen en Looz, evenals met de hertog van Brabant.
Het kasteel werd herbouwd na een tumultueuze periode die verband hield met de conflicten tussen Spanje en Frankrijk, daarna Oostenrijk en Frankrijk.
Het kasteel is gekocht door de maker van de Vonêche-kristalfabriek, Aimé-Gabriel d’Artigues. Daarna door de families Van Der Linden van Hoogvorst, Arrigade en Von Der Becke.
Dit kasteel in het hart van een uitgestrekt bos tussen Transinne en Resteigne was oorspronkelijk een buitenverblijf van een Vlaamse familie oorspronkelijk uit Meisse.
Waarschijnlijk oude heerlijkheid met een oppervlakte van 12 ha. Het bestaat uit 3 gebouwen : een hoofdgebouw, een boerderij en een bakkerij.
Gastenkamer te huur.
Dit prachtige privékasteel is zichtbaar vanaf het pad dat omhoog gaat vanuit Sainte-Adeline.
Dit kasteel uit de 19de eeuw werd bewoond door de kluizenaarfilosoof Edmond d’Hoffschmidt. Omgebouwd tot hotel, behoort het momenteel toe aan de familie De Proost-Schotte.
Een nieuw houten kruis uit 2021 vervangt een ouder kruis, dat was gemaakt van eenvoudige houten stammen.
Deze oude molen uit het begin van de 17de eeuw, gelegen onder het kasteel, was eigendom van de heer die de dorpelingen een vergoeding oplegde voor het gebruik ervan. Het maakt nu deel uit van het provinciaal verblijfscentrum.
Een kleine driehoekige nis hing aan een boom waarin een gestileerd beeldje van de Maagd stond.