Ook wel Moulin Hesbois genoemd, wordt het al genoemd in de Livre Terrien in 1314. Het bereik (afleidingskanaal) is bijzonder lang. Het schoepenrad heeft een diameter van 4m en heeft 48 emmers.
Het is mogelijk om het te bezoeken tijdens Open Monumentendagen.
De molen wordt genoemd in het Terrestrial Book.
Jehan de Biron, de eerste bekende molenaar, bezette het pand.
De molen is afgebrand.
De hertog van Ursel de Durbuy verkoopt de molen.
De familie Hesbois wordt eigenaar van de molen.
Het houten wiel wordt vervangen door een ijzeren wiel, om de molenstenen met grote tandwielen te bedienen.
Tijdens een uitzonderlijke droogte moet de molen 3 maanden stilgelegd worden.
Albert Hesbois overlijdt. Het was de laatste molenaar in de Aisne-vallei.
De molen wordt gerestaureerd.
Deze 16de-eeuwse molen aan de rand van de Ourthe, die nog steeds zijn schoepenrad heeft, werd een eeuw later herbouwd na een brand. Het werd diepgaand veranderd in de 19de.
Sinds 2014 is er een rehabilitatieproject aan de gang en het is mogelijk om het elke vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur te ontdekken. Het produceert op traditionele wijze olie en meel.
Samen met de kerk is het een van de oudste gebouwen in het dorp. Het behoorde onder het oude regime toe aan de prins-abt van Stavelot die het verhuurde aan de molenaar van zijn keuze.
Deze koeler is in 1910 naast het molenbereik gebouwd door de Sojamelkerij. De crèmes werden daar geplaatst om ze te koelen.
Het is omgebouwd tot een schuilplaats voor vleermuizen.