Vanaf deze parking aan de rand van de N67 ideaal gelegen in het hart van het Brackvenn moeras met onder meer het Nahtsief, Puzen, de Fagne Plate (Platte Venn) en de Koninklijke Veengebieden (Königliches Torfmoor), starten vele wandelroutes.
Dit is een wandeling die liefhebbers van de vennen zou moeten aanspreken, aangezien het verschillende mooie veengebieden doorkruist, zoals het Nahtsief of de Allgemeines Venn.
" Bijna 3 kilometer veenturfen ! "
Met daarnaast een klein uitstapje naar Duitsland, net achter de grens en dat nog steeds de ene of de andere leuke nieuwsgierigheid onthult: eerst de toren van Palsen met een heel mooi panorama dan het bed van Karel de Grote, het doel van deze rijden.
Op de terugweg zullen we nog de Entenpfuhl ontdekken, de eendenvijver voordat we de Brackvenn tussen de Nahtsief en Puzen, drassige heidevelden aan de bron van de Getzbach, een beek die naar het Eupenmeer leidt.
Deze kwartsietblokken bevinden zich op de Belgisch-Duitse grens nabij terminal 722 aan de Mützenich-zijde.
Volgens de legende rustte Karel de Grote daar tijdens zijn jachttochten in de bossen van deze regio.
Een tekst uit 1205 citeert de "Lectus Caroli Magni", die betrekking heeft op de grenzen van het grondgebied van de priorij Reichenstein.
Dit bosgebied ligt op de Belgisch-Duitse grens ten noorden van Mützenich. Het wordt doorkruist door een oude weg: de pelgrimsroute (Pilgerweg).
Op het kruispunt van de bospaden Eupenmeer - Mützenich en Konzen - Brackvenn staat deze houten overkapping met bank.
Het bevat houtsnijwerk van uilen en een lokale kaart verschijnt op het achterpaneel.
In het Duits heet het Steling Hütte.
De dorpelingen van Mützenich genoten gebruiksrechten, vandaar de naam "Common fagne" (Allgemeines Venn) van deze licht hellende rechthoekige fagne.
De hoogte gaat van 605 tot 560 m.
Het wilde gebied is 47 ha.
De spar staat 214 ha.
Het wordt ook Fagne van Getzbach genoemd.
Een brand verwoestte het in 1911 en 1947.
Voor de Tweede Wereldoorlog waren de 3/4 westerlingen eigendom van Simmerath. Een grote rechthoek over de Trötert-site ten westen van het Farnischer Hart was eigendom van Imgenbroich.
De Konnnerzvenn en de zuidwestelijke uitgestrektheid waren eigendom van Eicherscheid.
In 1946 werd Duits bezit in beslag genomen. Ze gingen over naar de staat in 1958.
Ze werden opgenomen in het natuurreservaat in 1964.
Bron : Gids voor het Plateau des Hautes Fagnes, R. Collard en V. Bronowski, editie The Friends of Fagne
Dit uitgestrekte fagnard- en veengebied ligt ten noorden van de N67 Eupen - Montjoie. Begrazing vindt daar plaats sinds de middeleeuwen en heeft het loofbos dat eraan voorafging aanzienlijk verminderd.
Dit toponiem verwijst naar een plaats maar ook naar een zijrivier van de Getz, die ooit de grens markeerde tussen de hertogdommen Juliers en Limburg.
Het is ook te vinden in het vorm Nazsief.
Deze stroom ontspringt niet ver van de RN67 in de Brackvenn fagne en mondt uit in het Eupenmeer.
Deze stroom voedt zich met de Vesder, de Eupendam.
Zijn water is zeer mineraalarm (vanwege de passage in zure veengebieden)
Weinig waterleven bezielt het: vissen en bloeiende planten ontbreken, weinig algen en mos. Sommige ongewervelde dieren kunnen daar blijven.
Onder het oude regime markeerde deze stroom de grens tussen de hertogdommen Limburg en Juliers.