Transinne wordt voor het eerst genoemd in een inventaris van de monniken van de abdij van Prüm in 893 in de Latijnse vorm thrasinina wat "woning van Thraso" betekent.
Deze wandeling van zo’n tien kilometer, soms heuvelachtig, flirt met de Marsault en zijn zijrivieren, waaronder de Ruisseau de la Pierre au Charme en de Ruisseau du Bois de Tellin.
De Marsault is zelf een zijrivier van de Lhomme die er in stroomt nabij het dorp Mirwart, niet zonder langs de samenvloeiing ervan, via een grote viskwekerij waar de wandeling langs loopt voordat hij terugkeert naar het park.
Dit park ligt vlak bij de afrit Transinne (nr. 24) van de snelweg E411 die Brussel met Aarlen verbindt.