Dit dorp ligt op de noordwestelijke hoogten van de Wimbe, een zijrivier van de Lesse.
Archeologische opgravingen tonen aan dat het dorp bewoond was tijdens de Romeinse tijd en daarna tijdens de Merovingische periode. In feite doorkruisten verschillende Romeinse wegen de regio. Daar werd ontdekt dat er een fabriek van Romeinse tegels was. Er werd ook een pottenbakkersoven uit de Merovingische periode ontdekt.
Egon schenkt het land van Froidfontaine naast andere activa, waaronder het landdomein van Tanton, aan de abdij van Stavelot.
De monniken van de abdij van Stavelot stonden het landgoed van Froidfontaine af aan de Hospitaalridders van de orde van Sint Jan van Jeruzalem. Ze bouwen daar een commanderij (een religieus establishment).
Het land kwam in handen van de familie de la Marck.
De pest teistert het dorp.
Het dorp wordt teruggegeven aan Nederland.
De familie Ligne-Arenberg verkocht het landgoed Tanton aan de Smakers.
Het land van Froidfontaine wordt nationaal eigendom, volgens de macht die door de Franse revolutionairen is ingesteld.
Aymé-Gabriel d’Artigues koopt het land van Froidfontaine en installeert er een molen om molenstenen te bedienen om kristallen te snijden voor de Vonêche-kristalfabriek.
De molen staakt haar activiteiten.
De gemeente Froidfontaine wordt samengevoegd met die van Beauraing, als onderdeel van de fusie van gemeenten.
Deze kerk met 3 beuken in renaissancestijl, in zandsteen en kalksteenpuin, werd gebouwd in 1871 naar de plannen van de architect Glibert de Namur. Het werd in 1873 ingericht door de gebroeders Camby uit Namen.
Deze fontein, die eruitziet als een waterput, dateert van enkele eeuwen oud. Het vormt een cirkel in het midden van een vierkant. Volgens de legende zou het zijn gebruikt voor druïdische riten.
Deze Mariagrot in het hart van het dorp is een replica van de grot van Massabielle in Lourdes.