Het dorp in de noord-oostelijke uitbreiding van Vielsalm wordt doorkruist door de Ruisseau de Barèchin (of Neureu). De inwoners heten Les Cawès (gentilé), dat is ook de naam van het dorpshuis.
Het dorp wordt in tweeën gedeeld door de Ruisseau de Barèchin. Een van de twee delen wordt het district Tneûr Ru genoemd, wat de Zwarte Stroom betekent.
Vroeger had het dorp geen kerk of kapel.
Pas in het midden van de 18de eeuw besloten de inwoners, die zichzelf als een vrij kritisch aantal beschouwden met meer dan 300 inwoners, en gezien de matige kwaliteit van de wegen die hen met de parochie van Salm verbond, om een kapel bouwen.
In die tijd was het aantal inwoners van de parochie in Ville-du-Bois het hoogst.
Un accord est passé avec les commis de la communauté de Ville-du-Bois pour construire une chapelle au frais des habitants, avec l’accord tacite de l’autorité religieuse locale.
Une demande est introduite auprès de l’Evêque de Liège, ainsi qu’auprès de l’autorité civile, pour obtenir l’autorisation d’édifier une chapelle, justifiée par la qualité médiocre des chemins vers la paroisse de Salm. La réponse de l’Evêque est favorable
En dépit des autorités civiles mises devant le fait accompli, le bâtiment est érigé et la première messe dite mais l’entretien, l’ornement et la rémunération du prêtre incombent aux habitants.
L’Evêque de Liège accepte la bénédiction de l’édifice.
L’abbé Jean-Pierre Decrotier, auparavant vicaire à Goronne et originaire de Montleban, est attaché à Ville-du-Bois jusqu’à sa mort en 1803. Il y célèbre des messes les dimanches et les lundis. Il est aussi chargé de tenir l’école du village.
Le Conseil provincial de l’Impératrice permet également au curé Martiny de Vielsalm la bénédiction de la chapelle.
Op het moment van de volkstelling heeft het dorp 73 huishoudens, goed voor ongeveer 350 inwoners.
Ville-du-Bois est érigé en paroisse indépendante de celle de Salm.
La chapelle qui accueille toujours plus de fidèles est agrandie.
L’église est bâtie à la place de la chapelle devenue trop exiguë.
Het dorp heeft 566 inwoners.
Het dorp werd tijdens de Slag om de Ardennen getroffen door een Amerikaans bombardement.
L’église est restaurée.
Deze kleine kapel van kalksteen werd in 1936 opgericht door Constant Gérardy, penningmeester, organist en zanger van de parochie. Het is in 2017 gerenoveerd.
Achter de poort bevat het altaar een beeld van Sint-Donat die een zwaard in zijn hand houdt. Naast hem staat een beeldje van Christus en de Maagd Maria.
De kapel werd opgericht door Constant Gérardy, penningmeester, organist en zanger van de parochie.
De priester Joseph Lefèbvre biedt voor de kapel aan de familie Gérardy het standbeeld van Saint-Donat uit de kapel van Ville-du-Bois van 1766 aan om het opnieuw in de schijnwerpers te zetten.
Het standbeeld van Sint-Donat verdwijnt.
Het beeld werd gevonden in de bossen van Ettelbrück, in het Groothertogdom Luxemburg.
Het standbeeld van Sint-Donat wordt teruggeplaatst in de kapel.
Een vrij gedrongen, eerbiedwaardige kleine eik.
Dit kleine houten kruis met een vergulde Christus is bevestigd op een meer imposante kruisvormige steun, in groen geverfde steen. Zelf is geplaatst op een lage muur in leisteen zandsteen.
Deze Christus aan het kruis dateert uit de 19e eeuw. Het ligt langs de weg en is bevestigd aan een boerderij van arkose-puin uit 1800.
Dit kleine houten padkruis, gerestaureerd in 2018, bevindt zich onder Rond-Chêne, aan de rand, ten noorden van Ville-du-Bois.
Dit gelakte houten kruis staat op een zandstenen puinbodem. Het was een verplichte doorgang tijdens de rogaties. In de liturgische kalender zijn het de 3 dagen direct voorafgaand aan Hemelvaartsdag.
Dit zijn dus de 37de, 38de en 39de dag na Pasen.
Deze kerk in arkose puin, in neoromaanse stijl, gebouwd in 1892 naar de plannen van de architect Cupper, vervangt een kapel uit 1766. Ze werd gerestaureerd in 1958, op de plannen van de architect Toussaint.
De westelijke toren heeft een vierkante plattegrond met 3 niveaus met een triplet op de tweede (het is een set van drie traveeën of drie bogen). Links zie je een doopkapel (de kapel waar de doopvont zich bevindt) en een rechter traptorentje.
Het middenschip heeft zijbeuken en eindigt met een driezijdig koor.
Om de 3 weken wordt er op een zaterdagavond een mis opgedragen. Ook op feestdagen is het geopend.
Jean Gérard Delveaux en Quirin Lamborelle, inwoners van Houffalize, krijgen een akkoord met de griffiers van de gemeente om een ??kapel in het dorp te bouwen. Het is erop gebouwd.
Het bisdom verleent de deken van Stavelot de machtiging om de kapel in te zegenen.
De kapel is open voor de eredienst, na toestemming te hebben gekregen van de Provinciale Raad van de Keizerin. Pater Martiny de Salm zegent de kapel.
De kapel is ingewijd door de hulpbisschop van Luik, monseigneur Charles Alexandre d’Arberg en Vallengin, ter ere van de heiligen Donat en Blaise.
Een tweede bel werd besteld bij de oprichter Hemery Perrin in Hollerich, in het Groothertogdom Luxemburg.
Uit Pruisen wordt een bel van 172 kg gebracht.
Het gemeentebestuur van Fabrique constateert dat de kapel te krap is geworden voor het aantal inwoners.
Het gemeentebestuur van Vielsalm erkent dat de kapel te klein is geworden.
Het provinciebestuur keurt het verslag van de gunning van de werken goed.
De eerste steen van de nieuwbouw werd gelegd onder leiding van ondernemer Joseph Gengoux.
Er zijn plannen om een ??gloednieuwe kerk te bouwen. De kapel uit 1860 is opnieuw te klein geworden en vertoont grote en steeds erger wordende gebreken.
De gemeenteraad van Vielsalm keurt de bouw van een nieuwe kerk goed.
De werken worden openbaar aanbesteed, op de plannen van de provinciale architect Cupper.
Het gebouw is voltooid.
Het schilderen van de kerk is klaar.
De kerk wordt ingewijd.
De nieuwe kerk wordt ingewijd door monseigneur Decrolière, bisschop van Namen. Dit is zijn eerste wijding in de provincie Luxemburg.
De eerste mis wordt opgedragen in de kerk.
De veiling van de meubels wordt toegeschreven aan Désiré Rinck, inwoner van het dorp.
Het meubilair werd vernield door de Duitsers die zich in de kerk hadden gevestigd.
Het gespleten gewelf over de gehele lengte wordt vervangen.
In de kerk is elektrische verlichting geplaatst.
De grote bel wordt op bevel van de Duitse autoriteit verwijderd.
Het gewelf van het schip wordt hersteld en dat van het koor wordt vernieuwd in bakstenen.
Een derde klok van 440 kg wordt gezegend door decaan Pierrard de Vielsalm.
Tijdens de paasmis wordt de kleine koorklok ingezegend. Het is gewijd aan de Maagd Maria.
De ramen zijn geplaatst.
De centrale verwarming is ingeschakeld.
Pater Renert van Ville-du-Bois, viert zijn 25-jarig priesterschap in aanwezigheid van monseigneur André-Marie Charue, de bisschop van Namen.
De laatste pastoor die permanent aan de kerk verbonden was, pater Renert, stierf aan een hartaanval.
Het gemeentebestuur van Fabrique vraagt ??om een ??volledige renovatie van de kerk.
De bellen zijn geautomatiseerd. De dorpeling die als koster optreedt en verantwoordelijk is voor de luidende missen en angelus is opgelucht.
De kerk wordt grondig gerenoveerd.
Het eeuwfeest van de kerk wordt gevierd in aanwezigheid van Monseigneur Léonard, bisschop van Namen.
Het parochieteam is compleet.
Dit fort maakt deel uit van een lijn van 309 kleine vestingwerken die tussen 1933 en 1935 door de minister van Nationale Defensie Albert Devèze werden opgericht, waarvan 174 in de provincie Luxemburg.
Deze kazematten van gewapend beton hebben een oppervlakte van 3,15 m bij 3,30 m. Daar kunnen 3 of 4 mannen plaatsnemen. De muren zijn 40 tot 60 cm dik.
Het schietgat is gepland voor een machinegeweer.
Dit monument voor de oorlogsslachtoffers bevindt zich vlak voor de kerk. Het werd opgericht in augustus 1921.
Het dorp volgde het voorbeeld van Salmchâteau met Petit-Thier, om de doden voor het vaderland te eren. Alle verenigingen van de naburige dorpen namen deel aan de ceremonie en ook aan de officiële ceremonie de volgende dag in de kerk.
Na de Tweede Wereldoorlog vulden Joseph Glaude en Jospeh Wathelet, die in de strijd omkwamen, de lijst met gegraveerde namen aan.
Dit monument uit 1954 werd opgericht om het Mariajaar te beëindigen (waar haar aanbidding intenser is om de toewijding te vergroten). Het is gelegen aan de uitgang van het dorp richting Vielsalm. Het werd in 1991 aan de kerkfabriek geschonken.
Dit beeld van het Heilig Hart van Jezus dateert uit 1930 in een groepje beukenbomen. Het wordt beschermd door een smeedijzeren barrière en staat langs de N675 Vielsalm-Poteau.
Het werd opgericht op initiatief van Abbé Lefèbvre om de honderdste verjaardag van de onafhankelijkheid van België te vieren.
Site van het oude kasteel van de graven van Salm.
Ce snack est situé dans l’ancienne gare de Vielsalm.
Il est ouvert tous les jours de 6:00 à 14:00 sauf les week-ends.
Ce village de vacances offre une architecture originale qui suit la pente de la colline. Il est idéalement situé au bord du lac, à l’abri des circulations.