Virton is een klein toeristisch stadje, de hoofdstad van de provincie Luxemburg. Het is de hoofdstad van de Lorraine gaumaise.
Ze won in 2005 de wedstrijd "Schone en bloemrijke provincie".
Ze spreken Gaumese, een lokaal dialect. Viertan is de vertaling van Virton in dit dialect.
De toponimie ervan roept de stroom op die hem doorkruist naar het zuidoosten, de Ton, en die verder naar het zuiden overgaat in de Vire, maar hij heeft daar echter niet zijn oorsprong. Dit dorp lag in het hart van een kruispunt in de Gallo-Romeinse tijd en heette Vertunum. Overblijfselen hebben voor de verovering van Gallië van haar bestaan getuigd. Het werd in 406 vernietigd door barbaren. Ze heette toen Wirten, Wertong en vervolgens Vertun voordat ze Virton werd. Deze laatste benaming wordt gevonden in een bubbel van paus Luce III in 1183.
Dynastieën volgden elkaar op tot de Franse Revolutie.
Virton werd niet onmiddellijk na de onafhankelijkheid in 1830 Belgisch, maar in 1839 met het Verdrag van Londen.
Daar vindt op 26 december een traditioneel festival plaats: het Lovers ’Festival dat naar verluidt teruggaat tot de middeleeuwen.
Daar wordt de King of Pâté gaumais, een lokale specialiteit, aangewezen. De winnaar is degene die maximaal 20 minuten eet!
De pasgetrouwden van het jaar doen mee aan de "Just married trophy".
De reuzen D’’jean en D’’anneanne begeleiden een fanfare door de straten.
De omgeving van de stad zit vol met toeristische curiosa, aangename landschappen om te ontdekken via vele toeristische circuits.

CC BY-SA 4.0 GrentidezRue d’Arlon
Dit museum werd in 1939 opgericht door Edmond Fouss, na de restauratie van het Couvent des Récollets, gebouwd in 1659.
Het roept de verschillende aspecten van menselijke activiteiten van vorige generaties op.
De onderwerpen gaan over archeologie, volks- en industriële kunst, burgerlijke en religieuze etnografie en presenteert regionaal meubilair.
Aan dit Virton-moederbedrijf zijn meerdere vestigingen gekoppeld.
De klokkentoren en de jacquemart werden in 1968 toegevoegd en het museum werd in 1992 uitgebreid met een meer eigentijdse vleugel.
Er zijn mandenwerkvoorwerpen, houtkachels, accessoires voor open haarden, rekbokken, gereconstrueerde interieurs (bijvoorbeeld een 19e-eeuwse keuken), ambachtswerkplaatsen.
Op de klok in de museumtoren geeft een jacquemart die een monnik van Récollet voorstelt de uren aan. Voor een kleine kamer komt het tot leven voor de bezoeker.