Deze abdij is omgebouwd tot 3 musea: het Museum van het Vorstendom Stavelot-Malmedy, het Museum van het Circuit Spa-Francorchamps en het Guillaume Apollinaire Museum.
Deze abdij, verworven door het Waals Gewest in 1995, werd volledig gerenoveerd.
Het primitieve klooster werd in 651 gesticht door Saint-Remacle, een benedictijnse monnik uit Solignac in Limousin, in het hart van Frankrijk, amper 3 jaar na dat van Malmedy.
De eerste kerk gewijd aan de Heiligen Martinus, Peter en Paul werd gebouwd op initiatief van Abbé Goduin.
De monniken moeten de Normandische invasies aan het einde van de eeuw ontvluchten. De abdij is gedeeltelijk verwoest, maar wordt daarna herbouwd.
Een kerk van meer dan 100 m wordt ingewijd onder auspiciën van abt Poppo, in aanwezigheid van de Duitse keizer Hendrik III.
De abdij ging achteruit maar werd gerestaureerd door Guillaume de Manderscheidt, met ingrijpende renovatiewerken aan de sleutel.
Het kapucijnenklooster wordt gebouwd.
De abdij leed aanzienlijke schade tijdens de passage van de troepen van Lodewijk XIV.
De kerktoren werd door bliksem verwoest.
Een nieuw gebouw wordt geïmplementeerd om de andere in slechte staat te vervangen.
Het nieuwe gebouw is klaar.
De revolutionairen plunderen de abdij, wat het vertrek van de monniken veroorzaakt. Het vorstendom Stavelot-Malmedy viel aan het einde van het oude regime aan de kant.
De benedictijner monniken keerden terug naar de streek door het klooster Saint-Remacle in Wavreumont te stichten.
Het gebouw wordt aangekocht door het Waalse Gewest. Het werd volledig gerenoveerd en werd een cultureel en historisch centrum.
Deze cisterciënzerabdij bevindt zich in een kasteel gelegen op een majestueuze rots gebouwd in een opmerkelijk park dat meer dan 100 m de vallei van de Ourthe domineert.
Deze zandstenen kapel in Romeinse stijl, geklasseerd in 1976, dateert uit 1030. Het huisvest de gebroeders Convers, een religieuze orde die verantwoordelijk is voor het handwerk van de abdij van Stavelot (converserie).
Deze primaire kerk werd in 1754 ingewijd.
De 2 zuilen en het hogere middenschip, precies door het koor verlengd, zorgen voor veel licht.
Deze fontein werd opgericht in 1769, tijdens het bewind van Jacques de Hubin, voorlaatste prins-abt van Stavelot. Het wordt bekroond door een veranda, symbool van de vrijheden van de stad.