Dit kleine park ten oosten van het dorp is grondig herontwikkeld door de Dienst Werken van Bassenge. Het bevat een vijver die in 1993 is gegraven en wordt gevoed door de nabijgelegen Guizette-fontein. De Geer loopt langs het terrein naar het oosten.
Dit blok aan de westkant van het fort maakt deel uit van een set van 8, uitgerust met 60 mm antitankkanonnen, machinegeweren, zoeklichten en een kleine observatieklok.
Deze mitrailleurbunkers werden gebruikt om de bovenbouw te verdedigen.
Net als het Mi Nord-blok wordt het gebruikt om de bovenbouw van het fort te verdedigen.
Een uitgestrekte mergelgroeve ten zuidoosten van het dorp Emael, aan de rand van de Montagne Saint-Pierre.
Deze noordelijk gelegen bunker was uitgerust met 3 kanonnen van 75 mm.
Deze kazemat is bewapend met drie 75 mm kanonnen, net als die van Visé II en die van Maastricht.
Het is een artillerieblok met een koepel bewapend met twee 75mm kanonnen.
Het is uitgerust met een deur die bedoeld is om patrouilles te sturen, maar het vormt een zwak punt dat de Duitsers ten goede zal komen.
Een oud smeedijzeren kruis op een gegraveerde stenen sokkel.
Het is een neoromaanse kerk die wordt gekenmerkt door zijn vier torentjes op de hoeken van de toren.
Deze fontein voedt de vijver van Guizette. De overloop wordt geëvacueerd naar de Geer die langs de Guizette-biotoop loopt.
Dit fort, gebouwd tussen 1932 en 1935 als onderdeel van de versterkte gordel van Luik, maar als onneembaar beschouwd, werd op 11 mei 1940 door de Duitsers ingenomen door zweefvliegtuigen en parachutisten.
Deze steile heuvel, gevormd door de Maas en de Geer, op de grens tussen Haspengouw en Herveland, wordt voornamelijk gekenmerkt door zijn kalkstenen bodem, die allerlei natuurlijke fenomenen genereert die al heel lang door de mens worden uitgebuit.
Deze fontein voedt de vijver van Guizette. De overloop wordt geëvacueerd naar de Geer die langs de Guizette-biotoop loopt.
Dit blok buiten het fort van Eben Emael is ermee verbonden door een ondergrondse passage. Het
was uitgerust met zoeklichten en kanonnen van 60 mm.
Een spectaculair zicht op de Maas, het Albertkanaal en de sluis van Petit-Lanaye, alsook op de hele streek ten oosten van de voor.
De eerste verticale putten werden door de mens gegraven uit de Neolithische periode, tussen -4500 en -1800 om een steen te vinden die voor hen kostbaar was: vuursteen.
Dit natuurgebied, dat deel uitmaakt van de Montagne Saint-Pierre, werd aangelegd in 1973. Het is de oudste beschermde site in dit gebied van de Maas. Ongeveer tien anderen werden vervolgens gemaakt.
Dit natuurgebied aan de voet van de Montagne Saint-Pierre werd aangelegd in het begin van de jaren 90. Het beslaat zo’n tien hectare. Het werd gevormd naar aanleiding van het slib tijdens het uitbaggeren van het Albertkanaal.
Deze plaquette op een steen is opgedragen aan de nagedachtenis van Jean-Marie Léonard, geboren in 1964 en overleden in 2016. Hij heeft bijgedragen tot de aanleg van natuurreservaten van verschillende gebieden rond de Montagne Saint-Pierre.
Dit zijn zeer oude vuursteengroeven die op de Natagora-site worden beschermd. Maar liefst 13 grotingangen volgen elkaar langs het pad op. Ze zijn niet diep en lopen langs de heuvels. Daar is ook krijt gebruikt.
Een klein vuursteenslot waarvan de ingang wat stabiliteitsproblemen heeft. Op een boogverhoging moest een versterking worden aangebracht.