Deze plaats ligt 1 km ten zuidoosten van Solwaster. Het vormt de grens van de weilanden van het dorp, vóór het uitgestrekte bos dat het scheidt van de veenmoerassen van het Haut Plateau.
Dit toponiem duidt een gebied aan dat brand heeft geleden.
Deze fagnardbossen zijn de eerste vruchten van de veengebieden van het Haut Plateau. Het diepe bos dat het land ten zuidoosten van Solwaster bedekt, begint plaats te maken voor grote veen- en veenachtige kloven, zoals in Wihonfagne, niet ver van de Vêcquée.
Gedurende de eerste twee kilometer vindt de route plaats over een lange, enigszins vlakke, geasfalteerde bosweg die de Arsins, ten zuiden van Solwaster, verbindt met de Haie Henquinet en de bronnen van de Statte. Er zijn al een paar kleine veenmoerassen met namen die bij fagnards bekend zijn: Ourîre Fagne, Moréfagne en Haléfagne.
Maar in plaats van verder te rijden naar de grote veenmoerassen van Baraque Michel, maken we een omweg via deze beroemde puinhelling, een enorme massa kwartsiet, zandsteen en vuursteen die ongeveer vijftig meter over de grond is uitgestrooid.
We volgen dan de bovenloop van de Statte via een pad en verlaten het dan op de plaats genaamd Noû Gotte om in een pad parallel aan de Vêcquée te komen. Dit is een heel oude route die ooit Sart met Xhoffraix verbond. Hier wandelen we langs de Wihonfagne, die niettemin over zo’n dertig hectare groeit.
Dit pad brengt ons terug naar het startpunt, langs een kruis dat ook bekend is bij fagnards: de Croix du Tapeux.
Deze bomen werden in 2005 opnieuw geplant (oorspronkelijk in 1943 tot 1953) ter nagedachtenis aan drie bekende intieme fagnards, onafscheidelijke wandelgenoten : Alphonse Petit († 1942), Louis Pirard († 1948) en Jean Wisimus († 1953).
Dit kwartsiet herdenkingsblok met 2 bronzen plaquettes werd in 1954 geplaatst. Het herinnert aan de explosie van een vliegtuig van 7 parachutisten tijdens het Duitse offensief op 29 juni 1943. De versnipperde lichamen worden hier verzameld.
Deze aanzienlijke opeenhoping van Revinische kwartsietblokken, bestaande uit ronde tertiaire zandsteen, secundaire vuursteen en puin van phyllade, strekt zich uit over meer dan 700 m. De hoogte daalt van 510 naar 540 m.
Er is een belangrijke bryofytische flora en enkele berken- en esdoorns.
Dit type afzetting is langwerpig in de valleien langs hun as en is in doorsnede gekromd.
Onder deze afzetting bevindt zich een laag kleinere stenen bovenop een dikke laag klei.
We vinden de Moyen Pierrier de la Statte bij de Cascade des Nûtons en de Petit Pierrier de la Statte iets verder bergafwaarts richting de Rocher de Bilisse.
Op sommige plaatsen overlappen de stenen elkaar zolang er maar een paar berkenbomen groeien tussen deze hopen rotspartijen.
Een rustieke en ontspannen taverne gelegen langs de Hoëgne, vlakbij de wad de Belleheid.