Je kunt heel bijzondere huizen ontdekken in gele stenen uit het land met holle tegels (ongeveer vijftig zijn jaargangen uit de 18e of 19e eeuw), waarvan de stenen afkomstig waren uit de steengroeve die nu is omgevormd tot een natuurreservaat (sinds 1943): het Raymond Nature Reserve Mayné, die de cicade heeft ontdekt.
Cour Lassus of Cour de Bohême, een oud versterkt huis, is de bakermat van het dorp. Het was van Pierre de Bar, heer van de smederijen. Hij verkocht het in 1302 aan Jean de Luxembourg. Het dorp werd al in de Romeinse tijd bewoond. Het is het onderwerp geweest van archeologische opgravingen.
We ontdekten ook een franc-begraafplaats uit de 6e eeuw. De sieraden uit de Merovingische graven zijn te zien in het Gaumais-museum in Virton.
Ten zuidwesten van het dorp loopt de Chiers voorbij. Deze rivier begrenst de grens tussen België en Frankrijk, en dit sinds 1659, vastgelegd tijdens het Verdrag van de Pyreneeën.
Met een droog en warm microklimaat, dankzij de oriëntatie op het zuiden en de beboste bergkam die het in het noordwesten beschermt, wordt Torgny ook wel de kleine Belgische Provence genoemd. Dit heeft eeuwenlang de teelt van de wijnstok mogelijk gemaakt. De achteruitgang vond plaats in de 19e maar een nieuwe boom vond plaats in 1954 en gaat vandaag door. De productie is 6000 flessen droge witte wijn, geleverd door 3 wijnboeren. U kunt hun producten vinden bij de VVV.
De grond op de Bajoc cuesta, zowel kalksteen als mergel, draagt er ook aan bij. De flora en fauna zijn bijzonder.