Deze bezinningsruimte met 3 witte kruisen en een hoekkapel in zandsteenpuin, eveneens voorzien van een wit kruis, werd opgericht in 1960.
Een kleine kapel in leisteenpuin en met een witgekalkte voorgevel, tegenover het Xavier Henrard-monument.
Deze kapel gebouwd in 1920 heeft een enkel schip, een apsis en een toren aan de rechterkant van het koor.
Dit monument met daarboven een Amerikaanse tankkoepel werd op 17 oktober 2004 opgericht ter nagedachtenis aan de hevige gevechten die plaatsvonden tussen het 502de infanterieregiment van de 101de Airbone en de Duitsers die Bastogne wilden.
Deze doorwaadbare plaats wordt gevormd door de Ruisseau d’Hélévy, een zijrivier van de Hoëgne. Er is een kleine voetgangersbrug aan de zijkant om het over te steken.
Dit kruis, in het Waals "Li creû dè p’tit Dj’han" of ook "Croix du Faweux" genoemd, werd gebruikt om de verlaten plaats te dopen waar het werd opgericht, ten tijde van het Vorstendom Luik.
Deze kerk werd in 1901 gebouwd naar de plannen van de architect Cupper. Met een enkel schip wordt het verlengd door een smaller koor met een platte apsis. De westelijke toren doet dienst als entreeportaal.
Deze bivakplaats ligt ten zuiden van het dorp. Het is mogelijk om daar een vuur te maken.
Een picknicktafel bij de belangrijkste rotonde, ten zuiden van het dorp. Het bevindt zich direct naast een pizzaautomaat.
Dit monument, dat in een klein park staat, omringd door een ommuurde omheining van leisteenpuin, is opgedragen aan de slachtoffers van de twee wereldoorlogen.
Een kleine beschermde speeltuin in het dorp met een houten module en een basketbalbord.
Deze kapel in neoromaanse stijl werd gebouwd in 1880. Het vervangt een ouder gebouw uit 1664 dat aan de andere kant van de heuvel is geplaatst. Het werd verbrand met de rest van het verdwenen dorp, Mageriol, tijdens een pestepidemie.
Deze eenbeukige kapel met een smaller koor met een platte apsis werd tussen 1907 en 1908 gebouwd naar plannen van de architect Würth. Het onderging een interieurrestauratie dankzij pater Grégoire Wathelet de Maredsous in 1968.