Deze fagnarde-uitgestrektheid ligt ten zuiden van Baraque Michel. Het werd voor het eerst genoemd in 1461 in de vorm "Eirbôfay".
Voorheen was de uitbreiding veel breder, omdat deze zich uitstrekte tot het kruis van de Prior.
De toponymie zou hypothetisch afkomstig zijn van Herbold (of Héribald), een oude Germaanse naam.
Een andere toponymische aanname zou worden vergeleken met een Keltische oorsprong "Werbô" wat stroom betekent.
Het is gelegen op een oude grens tussen België en Pruisen, gecreëerd door het "Verdrag van Grenzen", ondertekend op 26 mei 1816 in Aken tussen Pruisen en Nederland.
Deze kapel gewijd aan OLV van Goede Hulp werd gebouwd in 1830-1831, op initiatief van chevalier Henri-Toussaint Fischbach, een industrieel uit Malmedy, als dank voor de redding van zijn stiefvader die de weg kwijt was geraakt in de Venen.
Gelegen op honderd meter ten zuidoosten van Baraque Michel, heeft de kapel een toren die tot 1856 als lantaarn diende en als herkenningspunt voor degenen die verloren waren in de fagne.
Binnen in de kapel herinneren twee leistenen platen aan de gebeurtenis waarvoor ze werd opgericht:
FOI - ESPERANCE - CHARITE
Henri FISCHBACH, de Stavelot, Chevalier,
Et son épouse
Hubertine de RONDCHENE
de Malmedy
ont fait bâtir cette église dédiée à la
Mère de Dieu sous le titre de Secours
des Chrétiens.
1830
Aan de andere kant kunnen we lezen :
SOLI DEO HONOR
FANAL : 1831 CLOCHE : 1827
L’une et l’autre sous protection de Marie,
Nous lui obéissons pour te sauver la vie.
Chrétien, prosterne-toi, réclame son secours,
Tu recevras le prix de ton sincère amour.
Monsieur de Rondchêne raakt gevaarlijk verdwaald in de Fagne. Hij is de schoonvader van Henri-Toussaint Fischbach, een industrieel uit Malmedy. Hij werd opgevangen door de Schmitz, eigenaren van de Baraque Michel.
De kapel werd gebouwd door Henri-Toussaint Fischbach in dank aan de Voorzienigheid voor het redden van zijn stiefvader.
Het heiligdom wordt vergroot. Een narthex (een vestibule in de ingang die naar het schip leidt) met een toren wordt toegevoegd. De bel komt uit Metz.
De Vrienden van de Venen vieren elk jaar de mis van middernacht tot Kerstmis.
De klok van de kapel verdwijnt en verschijnt enige tijd later op mysterieuze wijze weer.
In dit moeras ten zuidwesten van Baraque Michel wordt de gelijknamige beek geboren. De toponymie betekent "De Fagne (of de Hêtraie) van Herbold" (Germaanse naam).
Deze stelling wordt niettemin weerlegd door J. de Walque die veronderstelt dat het niet mogelijk is dat als dit toponiem uit de Frankische tijd stamt, er een privénaam aan is gegeven als het een op dat moment belangeloos stuk land betreft.
In plaats daarvan relateert hij "Herbô" aan "Werbô" (zoals Werbômont) wat "Summit stream" betekent, wat beter overeenkomt met dit uitgestrekte en onbepaalde gebied en zich dan uitstrekt tot de Helle en de Ru de la Poleûr. Dit zou dan overeenkomen met het eerste bekende citaat "Eirbôfay" (1461).
Onder het oude regime had deze plek een veel ruimere uitbreiding. Hij schoof op naar het Kruis van de Prior.
Deze stroom ontspringt bij Baraque Michel en mondt uit in de Poleûr ter hoogte van een plaats genaamd "Les Mousseux".
Onder het oude regime bevond de stroom zich op het grondgebied van Stavelot - Abdij van Malmedy. De kuddes van het Pays de Franchimont (Jalhay en Sart) hebben het recht om daar te drinken in tijden van droogte.
Deze stele werd gebouwd ter nagedachtenis van 4 vrienden van de Fagne: A. Libert (1782-1805), A. Bonjean (1858-19, J. Bastin (1870-1935), E. Toussaint (1882-1954).
Albert Bonjean is de oprichter van de eerste verdedigingsgroep van La Fagne in 1910. In 1935 sponsorde hij de oprichting van de vzw "Les Amis de la Fagne", waarvan hij erevoorzitter bleef.