Deze ijzerhoudende bron is licht geladen met radon (een natuurlijke en licht radioactieve isotoop van radium).
Deze stroom ontspringt niet ver van de RN67 in de Brackvenn fagne en mondt uit in het Eupenmeer.
Deze fagnard-stroom is afkomstig van de Fagne des Deux-Séries, die bestaat uit aangetaste veengebieden met molina’s. In de zomer kan het worden teruggebracht tot een klein straaltje water, maar tijdens onweersbuien tot een stortvloed
Deze stroom mondt uit in de Helle richting een plaats genaamd Grasbeck en de bron ligt niet ver van het Allée de Ternell.
Long de 3800 mètres. Il a été creusé en 1774 pour marquer la frontière entre les duchés de Juliers et de Limbourg et ainsi mettre fin aux querelles villageoises.
Het is een belangrijk bebost eilandje gelegen in het midden van uitgestrekte fagnardveenmoerassen, tussen Noir Flohay (zuidwesten) en Bongards (noordoosten). Het grenst in het zuidoosten aan de Fagne des Deux-Séries.
Deze kleine heuvel, die in het Nederlands de heuvel van de hertog betekent, vormt een rots. Het wordt ook wel Rotche du Raal genoemd. Volgens J. de Walque is deze naam ongetwijfeld bedacht om de soevereiniteit van de hertog te markeren.
Dit gebied van de Brackvenn, ten zuiden van de N67 Eupen - Monschau, wordt ook wel Misten (mist, mest in het Duits) genoemd. De koninklijke turfnaam is te danken aan het Pruisische bestuur, dat er rond 1840 een turfboerderij oprichtte.
Het is een puinschuilplaats uit 1780.
Het ligt niet ver van de Pont de la Soor op de kruising van verschillende brandgangen.
Het doet ook dienst als jachthuis.
Deze picknickplaats bevindt zich in de buurt van de boshut van Porfays, die dateert uit het einde van de 18de eeuw.
Deze picknicktafel staat op de kruising van het pad van Ternell naar Kalterherberg met het pad van de Brackvenn nabij de Duitse grens en Mützenich.
Op deze plaats komen twee stromen samen in de Helle: de Petit Bonheur-stroom vanuit het zuidwesten en de Spohrbach vanuit het noordoosten.
Dit veengebied ligt ten zuiden van de N67 Eupen - Monschau. Het was een voormalige weidegrond en kreeg op 16 september 1947 een vreselijke brand, toen het vuur ten noorden van de weg was ingedamd. Veel quaternatieve heide en gentiaan.
Dit majestueuze bos van driehonderd jaar oude beuken is momenteel omgeven door sparren.
In 1965 plantte de Water- en Bosadministratie op verzoek van de "Vrienden van de Venen" een aantal jonge heesters aan om hun duurzaamheid te verzekeren.